Knap zijn is over het algemeen niet zo’n groot probleem. Mooie mensen verdienen meer dan lelijkerds, we stemmen sneller op ze en uiteraard hebben ze het makkelijker bij het daten.
Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn, want als een knap persoon een eenvoudig baantje zoekt, krijgt hij of zij te maken met discriminatie.
De London Business School (GB) deed in 2017 een serie experimenten waarbij mensen in de rol van een HR-manager kropen om (potentiële) werknemers te beoordelen.
Ze kregen foto’s te zien en moesten bepalen of deze personen geschikt waren voor bepaalde banen. Hoe lager de baan, hoe minder deelnemers aan het experiment de knapperd kozen om aan de lopende band te staan. De test werd herhaald met echte personeelswerkers. De uitkomst was hetzelfde.
Perceptie van knappe werknemer: die heeft uitdaging nodig
Uit het experiment bleek dat zowel de echte HR-mensen als willekeurige deelnemers bang waren dat mooie mensen zich zouden gaan vervelen als ze te eenvoudig werk kregen. Ook dachten de proefpersonen dat de knapperds ontevreden zouden zijn met een lage positie in de organisatie.
Het past in een al vaker vastgesteld patroon dat we een hoge pet op hebben van knappe mensen. We zien ze als een soort cadeautje van de evolutie, een geval van perfectie. Die val je niet lastig met het plukken van tomaten of het schenken van koffie. Het is een effect dat opgaat ongeacht hoe knap de HR-manager zelf is. Bij dit experiment waren de proefpersonen die zelf aantrekkelijk waren niet anders dan de anderen.
Discriminatie van de mensen met perfecte kaaklijnen en mooie jukbeenderen dus. De onderzoekers waarschuwen in het vakblad Journal of Personality and Social Psychology om het vooral niet af te doen als irrelevant. Onze vooroordelen over mooi en lelijk zitten goed personeelsbeleid in de weg. Tijd om het vak wat objectiever te maken.